De geschiedenis van de chocoladeletter

De geschiedenis

In het in 1899 verschenen 'Woordenschat' met door Taco H. de Beer en Dr. E. Laurillard verzamelde verklaringen van woorden en uitdrukkingen staat onder het lemma chocolade-letters: 'groote, lange, zwarte letters, waarmeede de naam van een artist of leverancier op aanplakbiljet, affiche enz. staat uitgedruct'. Blijkbaar was de chocoladeletter rond de eeuwwisseling al zo'n vertrouwde verschijning dat het een typografisch begrip was geworden.

Lang voor de chocoladeletters bestonden in Nederland al koekletters en natuurlijk banketletters. In een gedicht uit 1857 van J.J. Goeverneur krijgt kleine Jan 'zijn naam J.A.N. heel in banket'. Ook is er voor hem een 'cigaar van chocola', maar geen chocoladeletter. Koekletters kamen al voor op eetstillevens uit de zestiende en zeventiende eeuw. Verkade maakte tijdens de Tweede Wereldoorlog bij gebrek aan chocola letters van taaitaai.

De traditie van eetbare letters zou volgens Frits Booy in 'Sint Nicolaas van A tot Z' teruggrijpen op het gebruik op middeleeuwse kloosterscholen leerlingen te leren schrijven met behulp van losse letters van brooddeeg, die als beloning mochten worden opgegeten. Een andere verklaring die Booy aanvoert is de gewoonte uit de negentiende eeuw om sinterklaasgeschenken met een laken te bedekken met daarop de beginletter van het kind, gemaakt van brooddeeg.

In België wordt wel het sinterklaasfeest gevierd, maar is het geen gebruik om chocoladeletters te geven. Chocoladeletters worden volgens Gerard Unger ook in Duitsland en Oostenrijk gemaakt. 'Deze gespoten letters worden daar rond oudjaar, Silvesterabend, verkocht.'

Typografie

De archetypische chocoladeletter is een Egyptienne. Deze letter heeft zware en grote schreven, geen dunne stukken en is daardoor minder kwetsbaar. Volgens letterontwerper Gerard Unger was de Egyptienne tijdens de industriële revolutie populair en destijds daarom een voor de hand liggende keuze.

Tot de jaren dertig was volgens Unger ook de bamboeletter populair, een schreefloze letter met knikken. Deze vaak mooi gedecoreerde letters worden nog verkocht door banketbakkers.

De Egyptienne is nog steeds de chocoladeletter, al maakte Droste zijn klassieke letters een aantal jaren terug wat ronder: 'net iets lekkerder in de mond'. Verkade probeerde het een paar jaar geleden met een digitale chocoladeletter, maar deze moderne variant wordt inmiddels al niet meer gemaakt. Theo Kalf van het Verkademuseum weet wel waarom: 'De digitale letter had breekrandjes, zodat je er makkelijk stukken af kon breken. Ik heb liever een gewone letter. Als je daar een stukje afbreekt is dat altijd net iets groter dan je bedoelde'.

De productie van de chocoladeletter

De fabrieksmatige productie van chocoladeletters begon rond de eewwisseling. Vroeger werden letters gegoten in metalen vormen Een van de belangrijkste leveranciers van de ijzeren gietvormen was de Vormenfabriek in Tilburg. Tegenwoordig zijn de vormen van kunststof.

Bron: Het Parool van 14 november 1998